7-6-2023 Apostolische ijver van de gelovige
In zijn 16de catechese over de evangelisatie gaf de paus het voorbeeld van Heilige Teresa van het Kind Jezus.
Geliefde broeders en zusters, goedendag!
Hier in ons midden staan de relieken van de Heilige Teresa van het Kind Jezus, patrones van de wereldwijde missies. Het is mooi dat dit gebeurt nu wij nadenken over de hartstocht voor de evangelisatie, over de apostolische ijver. Vandaag laten we ons dus helpen door het getuigenis van de Kleine Teresa. Zij werd 150 jaar geleden geboren. Het is mijn bedoeling naar aanleiding van die verjaardag een Apostolische Brief te schrijven.
Patrones van de missies
Zij is patrones van de missies, maar is zelf nooit in de missies geweest. Hoe verklaart men dat? Zij was een karmelietes en haar leven stond in het teken van kleinheid en zwakte: zij noemde zichzelf: ‘een kleine zandkorrel’. Zij was zwak van gezondheid en stierf op 24-jarige leeftijd. Ook al was haar lichaam ziekelijk, haar hart was vol vuur, was missionair. In haar dagboek vertelt zij dat ze verlangde missionaris te zijn en dat niet wilde voor enkele jaren, maar voor heel het leven, zelfs tot het einde van de wereld.
Teresa was de spirituele zus van verschillende missionarissen.
Vanuit het klooster vergezelde ze hen, met gebed en met volgehouden offers. Zonder in het oog te lopen was ze voorspreekster voor de missies, als een motor die vanuit het verborgene een voertuig de kracht geeft om vooruit te gaan. Hoe dan ook, vaak werd ze door de monialen niet verstaan. Ze kreeg van hen meer doornen dan rozen. Maar alles aanvaardde zij met liefde, met geduld. Zij offerde samen met de ziekte ook de oordelen en het onbegrip. En zij deed dat met vreugde, ze deed dat voor de noden van de Kerk, opdat, zo zei ze, rozen op allen zouden uitgestrooid worden, vooral op hen die het meest verwijderd waren.
Ik stel mij nu de vraag, we kunnen ons allen de vraag stellen: vanwaar kwamen die ijver, die missionaire kracht en die vreugde van de voorspraak? Twee gebeurtenissen, voordat Teresa intrad, helpen ons dat te verstaan. De eerste heeft betrekking op de dag die haar leven veranderde. Op Kerstmis 1886 bewerkte God een wonder in haar hart. Teresa was bijna 14 jaar oud. Als jongste dochtertje werd zij in het gezin door allen gekoesterd maar niet misvormd. Na de nachtmis zei vader, die zeer moe was, dat hij niet zou aanwezig zijn bij het uitpakken van de geschenken voor de dochter, hij zei: Goed dat dit het laatste jaar is. Immers vanaf 15 jaar werd het niet meer gedaan. Teresa die zeer gevoelig van aard was en makkelijk weende, had een slecht gevoel, ging naar haar kamer om te wenen. Maar ze verdrong de tranen, ging terug naar beneden en vol vreugde was zij het die vader vreugde bezorgde. Wat was er gebeurd? Dat in die nacht, waarin Jezus zich zwak had gemaakt, zij sterk was geworden – een echt wonder.
Op korte tijd was zij uit de gevangenis van haar egoïsme en van het zelfbeklag getreden.
Zij begon te ervaren dat de liefde in haar hart kwam in de mate dat zij zichzelf vergat (cfr Manusscript A, 133-134). Van dan af richtte zij haar ijver op de anderen opdat zij God zouden vinden en in plaats van troost voor zichzelf te zoeken nam ze zich voor Jezus te troosten, door Hem te helpen beminnen door de zielen. Immers – zo noteerde Teresa – Jezus is ziek van liefde en (..) de ziekte van de liefde geneest men niet tenzij door liefde (Brief aan Marie Guérin, juli 1890). Dat werd het doel van elk van haar dagen: Jezus doen beminnen (Brief aan Céline, 15 oktober 1889). Voorspreken opdat anderen Hem zouden beminnen. Zij schreef: Ik zou de zielen willen redden en mezelf voor hen vergeten; ik zou ze ook na mijn dood willen redden (Brief aan P. Roullan, 19 maart 1897). Meermaals zei ze: Ik zal mijn hemel doorbrengen door op aarde goed te doen. Dat was de eerste gebeurtenis die haar leven op 14 jaar veranderde.
Die ijver van haar was vooral gericht op de zondaars, de ver verwijderden. Dat wordt duidelijk in de tweede gebeurtenis. Teresa hoort over een, omwille van vreselijke misdaden ter dood veroordeelde misdadiger, genaamd Enrico Pranzini. Zij heeft die naam geschreven. Hij werd schuldig bevonden aan de moord op drie mensen en was veroordeeld tot de guillotine. Hij wilde de steun van de middelen van het geloof niet aanvaarden. Teresa neemt hem ter harte en doet alles wat zij kan. Op alle mogelijke manieren bidt zij voor zijn bekering opdat hij die zij met broederlijk medelijden arme ellendige Pranzini noemt, toch een klein teken van spijt zou tonen en ruimte zou maken voor de barmhartigheid van God, waarop Teresa blindelings vertrouwt. De terechtstelling had plaats. De dag daarna leest Teresa in de krant dat Pranzini, alvorens zijn hoofd op het schavot te leggen plots bewogen door een onvoorziene ingeving, zich omgedraaid heeft en het kruisbeeld heeft gegrepen dat de priester hem voorhield en driemaal de heilige wonden van Jezus heeft gekust. De heilige geeft als commentaar: Daarna ging zijn ziel het barmhartige oordeel in ontvangst nemen van Hem die zegde dat in de hemel meer vreugde zal zijn om één enkele zondaar die zich bekeert dan om negenennegentig rechtvaardigen die geen bekering nodig hebben! (Manuscript A, 135)
Geloof wordt geboren uit aantrekking
Broeders en zusters, dit is de kracht van door naastenliefde bewogen voorspraak. Dit de motor van de missie. Missionarissen waarvan Teresa patrones is, zijn niet slechts zij die ver weggaan, nieuwe talen leren, goed doen en onderlegd zijn in de verkondiging. Neen, missionaris is ook ieder die, waar men ook leeft, zich gedraagt als een instrument van Gods liefde; en die al het mogelijk doet opdat door zijn getuigenis, door zijn gebed, door zijn voorspraak, Jezus zou langskomen. En dat is ook de apostolische ijver die, laten we dat steeds voor ogen houden, niet werkt in functie van proselitisme – nooit! – of door dwang – nooit! – maar door aantrekking.
Geloof wordt geboren uit aantrekking.
Christen wordt men niet omdat men door iemand gedwongen wordt, neen, maar omdat men door liefde geraakt is. De Kerk heeft voor alles, voor vele middelen, werkwijzen en structuren, die soms afleiden van het wezenlijke, nood aan harten zoals dat van Teresa. Harten die aantrekken door de liefde en nader tot God voeren. Laten we aan de Heilige vragen – de relieken staan hier – laten we aan de Heilige de genade vragen ons egoïsme te overstijgen en vragen om de hartstocht der voorspraak, zodat deze aantrekking groter zou zijn in de mensen en opdat Jezus gekend en bemind zou zijn.