20-12-2023 De oorsprong van de kerststal
Geliefde broeders en zusters!
800 jaar geleden, met Kerstmis 1223, zorgde de Heilige Franciscus in Greccio voor een levende kerststal. Terwijl in de huizen en op vele andere plaatsen de kerststal klaargemaakt wordt, is het goed de oorsprong ervan te herontdekken.
Hoe is de kerststal ontstaan? Wat was de bedoeling van de Heilige Franciscus? Hij zei: “Ik zou graag het Kindje, geboren in Bethlehem, uitbeelden en op enigerlei wijze met de ogen van het lichaam de ongemakken kunnen waarnemen waarmee men af te rekenen had door het gemis van alles wat een pasgeborene nodig heeft, hoe hij in een kribbe werd gelegd en hoe hij op het hooi lag tussen os en ezel “ (Tommaso da Celano, Vita prima, XXX, 84: FF 468).
Franciscus beoogde geen mooi kunstwerk, maar wilde verbazing wekken, bij middel van de kerststal, voor de uiterste nederigheid van de Heer, voor de ongemakken die Hij te lijden had, uit liefde voor ons, in de arme grot van Bethlehem.
Inderdaad, de biograaf van de Heilige uit Assisi vermeldt: “In dat ontroerende tafereel straalt de evangelische eenvoud, wordt de armoede geprezen, wordt de nederigheid aangemoedigd. Greccio werd als het ware een nieuw Bethlehem” (ibid, 85: FF 469).
Ik heb een woord aangestreept: verbazing. Dat is belangrijk.
Als wij christenen de kerststal bekijken als een mooi ding, als een historisch ding, ook godsdienstig, en bidden, dan is dat niet voldoende. Ten aanzien van het mysterie van de menswording van het Woord, ten aanzien van de geboorte van Jezus, is de godsdienstige houding van de verbazing noodzakelijk. Als ik met het oog op de mysteries niet kom tot deze verbazing, is mijn geloof gewoonweg oppervlakkig. Een “informatica”-geloof. Vergeet dit niet.
Een kenmerk van de kerststal is dat hij ontstaat als een school van soberheid. En dat heeft ons veel te zeggen. Vandaag is het risico groot te verliezen wat in het leven belang heeft en op paradoxale wijze neemt het precies met Kerstmis toe – de mentaliteit van Kerstmis wordt veranderd – ondergedompeld in een consumisme dat er de betekenis van uitholt. Het consumisme van Kerstmis.
Het is goed dat men geschenken wil geven, het is een gebruik, maar in de gejaagdheid om inkopen te gaan doen, trekt het naar de andere kant, en dat is niet die van de soberheid van Kerstmis.
Laten we naar de kerststal kijken: de verbazing tegenover die kerststal. Soms is er geen innerlijke ruimte voor die verbazing, maar alleen om de feesten te organiseren, om feesten te doen. En de kerststal ontstaat om ons terug te voeren tot dat wat van belang is: tot God die midden onder ons komt wonen. Om die reden is het belangrijk naar de kerststal te kijken, want hij helpt ons verstaan wat van belang is en ook de sociale relaties van Jezus op dat ogenblik, het gezin van Jozef en Maria en de geliefde personen, de herders. De personen voor de dingen. En zo vaak stellen wij de dingen voor de personen. Dat werkt niet.
Maar de kerststal van Greccio spreekt, naast de soberheid die hij doet zien, ook van de vreugde. Want, de vreugde is iets anders dan vermaak. Zich vermaken is niet slecht als men het op de goede wijze doet. Het is geen slechte zaak, maar een menselijke. Vreugde is nog dieper, nog menselijker.
Soms bestaat de bekoring zich zonder vreugde te vermaken. Zich vermaken door lawaai te maken, terwijl de vreugde er niet is.
Het is een beetje de figuur van de nar die lacht, lacht, doet lachen, maar het hart is droef. De vreugde is de basis voor een goed vermaak met Kerstmis. En over de vreugde zegt een verhaal van weleer “Dan komt de morgen van de vreugde, de tijd van de vrolijkheid! (…) Franciscus (…) straalt(…).. De mensen komen aangelopen en zijn blij met een vreugde die tevoren nog niet geproefd had (…). Iedereen keerde naar huis terug vol van een onuitsprekelijke vreugde” (Vita prima, XXX, 85-86: FF 469-470). Soberheid, verbazing, het voert tot vreugde, de ware vreugde, niet de kunstmatige.
Vanwaar komt die kerstvreugde? Zeker niet van geschenkjes naar huis gebracht te hebben of van grootse festiviteiten gezien te hebben. Neen, het was de vreugde als overvloed van hart wanneer men met de hand de nabijheid van Jezus aanraakt, de tederheid van God, die niet eenzaam laat, maar die troost. Nabijheid, tederheid en medelijden zijn drie houdingen van God. Kijkend naar de kerststal, biddend bij de kerststal, zouden we dingen van Heer kunnen voelen die ons helpen bij het leven van elke dag.
Geliefde broeders en zusters,
de kerststal is als een kleine put waarin men de nabijheid van God kan voelen, een bron van hoop en vreugde. De kerststal is als een levend Evangelie, een huiselijk Evangelie. Het is als de put in de Bijbel, het ontmoetingspunt waar men, zoals de herders van Bethlehem hebben gedaan en de mensen van Greccio, bij Jezus de verwachtingen en de zorgen van het leven brengt.
Bij Jezus de verwachtingen en de zorgen van het leven brengen.
Als we bij de kerststal aan Jezus toevertrouwen wat ons ter harte gaat, dan zullen ook wij “een zeer grote vreugde” ervaren (Mt 2,10), Een vreugde die voortkomt uit de beschouwing, uit de geest van de verbazing waarmee ik die mysteries overweeg. Laten we naar de kerststal gaan. Laat elkeen kijken en laten gebeuren dat het hart iets voelt.