15-11-2023 De vreugde van het Evangelie
Geliefde broeders en zusters, goedendag!
Na verschillende getuigen van de verkondiging van het Evangelie ontmoet te hebben, neem ik mij voor die cyclus van catecheses over de apostolische ijver samen te vatten in vier punten, geïnspireerd door de Apostolische Exhortatie Evangelii gaudium (De vreugde van het Evangelie), die deze maand 10 jaar oud wordt.
Het eerste punt, dat we vandaag behandelen, het eerste van de vier, kan niet anders dan gaan over de houding waarvan de inhoud van de evangelisatie afhankelijk is: de vreugde. De christelijke boodschap, zoals hoorbaar in de boodschap van de engel aan de herders, is de verkondiging van een “grote vreugde” (Lc 2,10). De reden? Een blijde boodschap, een verrassing, een blijde gebeurtenis? Veel meer, iemand: Jezus!
Jezus is de vreugde. Hij is de mens geworden God die bij ons gekomen is!
Geliefde broeders en zusters, de vraag is dus niet om Hem te verkondigen, maar hoé Hem verkondigen. En dat “hoe”, dat is de vreugde. Ofwel verkondigen we Jezus met vreugde, ofwel verkondigen we Hem niet. Immers een andere weg om Hem te verkondigen, is niet in staat de waarachtige werkelijkheid van Jezus over te brengen.
Dat is de reden waarom een ontevreden christen, een treurige christen, een onvoldane christen of, erger nog, een wrokkende en rancuneuze christen niet geloofwaardig is. Hij zal over Jezus spreken, maar niemand zal hem geloven. Iemand zei mij ooit, sprekend over dit soort christenen:
‘Het zijn christenen met het gezicht van een stokvis!’
Met andere woorden: ze vertolken niets, ze zijn zo, en de vreugde is wezenlijk. Het is van wezenlijk belang aandacht te besteden aan onze gevoelens. Evangelisatie is genoegdoening omdat zij voortkomt uit de volheid, ze komt voort uit de volheid, niet onder druk. En wanneer men evangelisatie doet – men wil het maar het lukt niet – op basis van ideologie, dan is het geen evangelisatie, dat is niet het Evangelie.
Het Evangelie is geen ideologie: het Evangelie is een boodschap, een boodschap van vreugde.
Ideologieën zijn koud, allemaal. Het Evangelie heeft de warmte van de vreugde. Ideologieën kunnen niet glimlachen, het Evangelie is een glimlach, het doet je glimlachen omdat het je ziel raakt met de Blijde Boodschap.
De geboorte van Jezus, in de geschiedenis net zoals in het leven, is het beginsel van de vreugde: denkt aan wat de leerlingen van Emmaüs is overkomen die door de vreugde niet konden geloven, en de anderen, daarna, alle leerlingen samen, wanneer Jezus in de Bovenzaal komt, konden niet geloven omwille van de vreugde (cfr Lc 24,13-35). De vreugde om het zien van de verrezen Jezus.
De ontmoeting met Jezus verschaft je steeds de vreugde en als je dat niet overkomt, dan is het geen echte ontmoeting met Jezus.
En het eerste wat Jezus met de leerlingen doet, zegt ons dat de eersten die moeten geëvangeliseerd worden de leerlingen zijn, de eersten die moeten geëvangeliseerd worden dat zijn wij, christenen: dat zijn wij. Dit is zeer belangrijk. Ondergedompeld als we zijn in dat snelle en verwarrende klimaat vandaag, zouden ook wij het geloof kunnen beleven met een zekere afstandelijkheid, in de overtuiging dat er voor het Evangelie geen gehoor meer is en dat het dus niet de moeite loont zich in te zetten om het te verkondigen. We zouden zelf, spijtig genoeg, onder de bekoring kunnen komen van de opvatting dat de anderen hun weg mogen, gaan. Dit is daarentegen precies het ogenblik om naar het Evangelie terug te keren om te ontdekken dat Christus “steeds jong is en een voortdurende bron van nieuwheid” (Evangelii gaudium, 11).
Zo komt men, zoals die twee van Emmaüs, terug in het dagelijks leven met de bewogenheid van iemand die een schat heeft gevonden: zij waren blij, die twee, omdat ze Jezus hadden gevonden en dat heeft hun leven veranderd. En het is duidelijk dat de mensheid vol is van broeders en zusters die uitkijken naar een woord van hoop. Ook vandaag wordt het Evangelie verwacht. De mens van vandaag is zoals de mens van alle tijden: hij heeft er nood aan. Ook de beschaving van de geprogrammeerde ongelovigheid en van het geïnstitutionaliseerde secularisme; meer nog, vooral de samenleving die de ruimte van het godsdienstig aanvoelen leeg laat, heeft nood aan Jezus.
Dat is het gunstige ogenblik voor de verkondiging van Jezus.
Daarom zou ik aan allen opnieuw willen zeggen: “Moge de vreugde van het Evangelie het hart en het hele leven vullen van hen die Jezus ontmoeten. Zij die zich door Hem laten redden zijn bevrijd van de zonde, van de droefheid, van de innerlijke leegte, van het isolement. Met Jezus Christus wordt de vreugde geboren en telkens opnieuw herboren (ibid., 1). Laten we dit niet vergeten. En als iemand onder ons die vreugde niet ervaart, laat die zich de vraag stellen of hij Jezus wel heeft gevonden. Een inwendige vreugde.
Het Evangelie gaat de weg van de vreugde, altijd, en dat is de grote boodschap.
Ik nodig elke christen uit, op welke plaats ook, om het even in welke situatie men zich ook bevindt, vandaag nog de ontmoeting met Jezus te hernieuwen. Laat ieder van ons vandaag een beetje tijd nemen en denken: “Jezus, Jij bent in mij: ik wil Je alle dagen ontmoeten. Jij bent een Persoon, niet een idee. Jij bent een tochtgenoot, Jij bent niet een programma. Jij bent Liefde die talloze problemen oplost. Jij bent het begin van de evangelisatie. Jij, Jezus, bent de bron van de vreugde”. Amen.