30-0-2024 Het Vormsel, sacrament van de Heilige Geest
Geliefde broeders en zusters, goedendag!
Vandaag gaan we verder met nadenken over de aanwezigheid en de werking van de Heilige Geest in het leven van de Kerk door middel van de Sacramenten.
De heiligende werking van de heilige Geest bereikt ons vooral door middel van twee kanalen: het Woord van God en de Sacramenten. Onder de sacramenten is er een dat, bij uitnemendheid, het sacrament van de heilige Geest is. Het is hierover dat ik het vandaag wil hebben. Het gaat om het sacrament van het Chrisma of van het Vormsel.
Oplegging der handen
In het Nieuwe Testament wordt, naast het doopsel met water, ook melding gemaakt van een andere ritus , die van de oplegging der handen, die het doel heeft de heilige Geest op charismatische wijze zichtbaar te maken met gelijkaardige uitwerking als op de Apostelen met Pinksteren. De Handelingen der Apostelen verwijzen naar een in dit opzicht betekenisvol gebeuren. Omdat men vernomen had dat sommige mensen in Samaria het Woord van God hadden aanvaard, werden Petrus en Johannes uit Jeruzalem afgevaardigd. “… die na hun aankomst – zo zegt de tekst – een gebed over hen uitspraken, opdat zij de heilige Geest zouden ontvangen; ze waren alleen gedoopt in de naam; van de Heer Jezus. Zij legden hen dus de handen op en ze ontvingen de heilige Geest. “ (Hnd 8,14-17).
Hierbij komt wat de heilige Paulus in de Tweede Brief aan de Korintiërs schrijft: “En God zelf is het die ons samen met u in Christus bevestigt en die ons heeft gezalfd. Hij is het die op ons zijn zegel heeft gedrukt en ons de Geest als onderpand heeft gegeven” (1,21-22). Het onderpand van de Geest. Het thema van de heilige Geest als “koninklijke zegel” waarmee Christus zijn schapen tekent ligt ten grondslag aan de leer over het “onuitwisbaar karakter” dat door deze ritus wordt bewerkt.
Sacrament van de chrisma
In de loop der tijden werd de zalving een zelfstandig sacrament. In verschillende tijden nam het een andere vorm en inhoud aan evenals in de verschillende ritussen van de Kerk. Het is hier niet de plaats om deze nogal complexe geschiedenis te overlopen. Wat het sacrament van het chrisma in het verstaan van de Kerk is, wordt naar mijn mening eenvoudig en helder beschreven in de catechismus voor volwassenen van de Italiaanse Bisschoppenconferentie. Die zegt: ”Het vormsel in voor elke gelovige wat Pinksteren voor heel de Kerk is geweest (…) Het vormsel versterkt de opname in Christus en in de Kerk door het doopsel en van de toewijding aan de profetische, koninklijke en priesterlijke zending. Het schenkt in overvloed de gaven van de Geest (…). Als het doopsel het sacrament bij de geboorte is, dan is eht vormsel het sacrament van de groei. Daarom is het ook het sacrament van het getuigenis dat strikt genomen gebonden is aan de volwassenheid van het christelijk leven”. Het probleem is: hoe verhinderen dat het sacrament van het vormsel niet herleid wordt, in de praktijk, ;tot een “laatste sacrament”, dat wil zeggen tot het sacrament van het “afscheid” uit de Kerk. Men zegt soms het vormsel is “het sacrament van het afscheid”, omdat jongeren eens ze het ontvangen hebben weggaan en pas terugkeren met het oog op het huwelijk. Zo zeggen de mensen. En dus moeten wij ervoor zorgen dat het het sacrament wordt van het begin van een actieve deelname aan het leven van de Kerk. Het lijkt misschien een onhaalbare doelstelling, gezien de actuele situatie in heel de Kerk, maar dat is geen reden om op te houden ernaar te streven. Het zal wellicht niet het traject zijn voor alle vormelingen, jongeren en volwassenen, maar het is belangrijk dat het minstens voor enkelen zo loopt die later dan bezielers van de gemeenschap kunnen worden.
Met het oog op dit doel kan het een hulp zijn zich te laten helpen, bij de voorbereiding op dit sacrament, door lekengelovigen die een persoonlijke ontmoeting met Christus hebben beleefd en echte ervaring van de Geest hebben meegemaakt. Sommige mensen die een dergelijk ervaring beleefd hebben zeggen dat het is als het ontluiken in hen van het sacrament van het chrisma dat zij als kind hadden ontvangen. Dit alles geldt niet slechts voor de toekomstige vormelingen. Het is voor elk van ons op elk ogenblik van belang. Samen met het vormsel en de zalving hebben wij ook, zo zegt de apostel, het onderpand van, de Geest ontvangen, wat hij elders noemt “de eerstelingen van de Geest” (Rom 8,23). Wij moeten dit onderpand “gebruiken”, de eerstelingen proeven, de ontvangen charisma’s en talenten niet in de grond begraven. De heilige Paulus spoort zijn leerling Timotheüs aan: “Vergeet dus niet het vuur aan te wakkeren van Gods genade die in u is door de oplegging van mijn handen.” (2 Tim 1,6). En het gebruikte werkwoord suggereert het beeld van iemand die op het vuur blaast om de vlam aan et wakkeren. Dit is een mooie doelstelling voor komend jubileumjaar! De as van gewoonte en afzijdigheid verwijderen en als het ware Olympische toortsendragers worden, dragers van het vuur van de Geest. Moge de Geest ons helpen een stap te zetten in die richting!