7-2-2024 In ieders verleden is er iets dat moet genezen worden

Geliefde broeders en zusters, goedendag!

Op onze weg van de catechese over ondeugden en deugden staan we vandaag stil bij een eerder lelijke ondeugd, de droefheid, verstaan als een neerslachtigheid van de geest, een voortdurende droefheid die aan de mens verhindert vreugde te beleven in zijn/haar eigen bestaan.

Vooreerst moet men opmerken dat in verband met de droefheid, de Vaders een belangrijk onderscheid hebben uitgewerkt. Er bestaat inderdaad een droefheid die bij het christelijk leven past en die met Gods genade in vreugde verandert. Deze wordt natuurlijk niet afgewezen. Ze maakt deel uit van de weg der bekering.

Maar er is ook een andere vorm van droefheid die in de ziel binnensluipt en haar in een staat van neerslachtigheid sleurt. Deze tweede soort van droefheid moet radicaal en krachtdadig bestreden worden, want zij komt van de Boze. Dit onderscheid treffen we ook aan bij Sint Paulus die aan de Korintiërs schrijft: “…God welgevallige droefheid leidt tot heilzaam berouw, dat men nooit berouwt, maar de droefheid van de wereld brengt de dood” (2 Kor 7,10).

Verloren zoon

Er is dus een bevriende droefheid die ons tot het heil brengt. Laten we denken aan de verloren zoon uit de parabel: wanneer hij het diepste van zijn ontaarding bereikt ervaart hij een grote bitterheid en die brengt hem ertoe tot inkeer te komen en te besluiten naar het huis van zijn vader terug te keren (Lc 15, 11-20).Het is een genade te treuren over de eigen zonden en zich de staat van genade te herinneren waaruit we gevallen zijn en te wenen omdat we de zuiverheid verloren hebben waarin God ons gedroomd heeft.

Emmaüs

Maar er is een tweede droefheid, die daarentegen een ziekte van de ziel is. Ze wordt in het hart van de mens geboren wanneer een verlangen of een hoop wegdeemstert. Hier kunnen we verwijzen naar het verhaal van de leerlingen van Emmaüs. Die twee leerlingen trekken weg uit Jeruzalem met een ontgoocheld hart. Aan de vreemdeling die op een gegeven ogenblik met hen meeloopt bekennen ze: ”En wij leefden in de hoop, dat Hij – Jezus – degenen zou zijn die Israël ging verlossen.” (Lc 24,21).

De dynamiek van de droefheid houdt verband met de ervaring van verlies.

In het hart van de mens ontstaan verwachtingen die soms niet in vervulling gaan. Het kan gaan om het verlangen naar iets dat men graag zou bezitten maar dat men niet kan krijgen. Het kan ook gaan om iets belangrijk, zoals een verlies op het vlak van gevoel. Wanneer dit gebeurt, is het alsof het hart van een mens in een afgrond valt en de gevoelens die men dan ervaart zijn ontmoediging, mentale zwakheid, depressie, angst. Allen beleven wij beproevingen die in ons droefheid veroorzaken omdat het leven ons tot dromen brengt die later stuk gaan. In een dergelijke situatie vertrouwt iemand zich, na een periode van onrust, toe aan de hoop; anderen daarentegen koesteren zich in zwartgalligheid en laten zo toe dat het hart verziekt. Vindt men daarin genoegen? Kijk: droefheid is als het genoegen van het niet genieten, het is als een bitter snoepje nemen, zonder suiker, vies en dat opzuigen. Droefheid is het genoegen van het niet genieten.

Leegte

De monnik Evagrius vertelt dat alle ondeugden een genot beogen, hoe vluchtig dat ook moge zijn. Droefheid geniet daarentegen van het tegendeel: zich koesteren in een eindeloos leed. Bepaalde vormen van verlengde strijd , waarbij men de leegte steeds ruimer maakt omwille van wie er niet meer is, zijn niet eigen aan het leven in de Geest. Zekere rancuneuze bitterheden, waarvoor men steeds een eis in petto heeft waardoor zij de gedaante aannemen van slachtoffer, verwekken in ons geen gezond leven, en nog minder christelijk leven.

In ieders verleden is er iets dat moet genezen worden.

Droefheid kan van een natuurlijk gevoel veranderd worden in een kwaadaardige staat van de geest.

De duivel van de droefheid is een slinkse duivel. De Woestijnvaders beschreven hem als een worm in het hart die aanvreet en leegrooft wie hem als gast ontvangen heeft. Dat is een mooi beeld omdat het ons helpt verstaan. En dus, wat moet ik doen wanneer ik bedroefd ben? Halt houden en kijken. Is dit een goede droefheid? Is het een niet goede droefheid? En dan reageren volgens de natuur van de droefheid. Vergeet nooit dat droefheid iets lelijks kan zijn dat ons tot droefgeestigheid brengt, tot egoïsme brengt dat moeilijk geneest.

Vreugde van de verrijzenis

Broeders en zusters we moeten opmerkzaam blijven ten aanzien van droefheid en bedenken dat Jezus ons de vreugde van de verrijzenis brengt. Ook al kan het leven vol zijn van tegenspraken, van onvervulde verlangens, van onverwerkte dromen, van verloren vriendschappen, toch kunnen we dankzij de verrijzenis van Jezus geloven dat alles zal worden gered. Jezus is niet voor zichzelf alleen verrezen, maar ook voor ons, om alle in ons leven onvervulde geluk tot vervulling te brengen. Het geloof verdrijft de angst en de verrijzenis van Christus verwijdert de droefheid zoals de steen van een graf. Elke dag is voor de christen een oefening in verrijzenis. In zijn beroemde roman, Dagboek van een dorpspastoor, laat Georges Bernanos de pastoor van Torcy zeggen: “De Kerk beschikt over de vreugde, over alle vreugde die voor deze trieste wereld bestemd is. Alles wat jullie tegen haar gedaan hebben, hebben jullie tegen de vreugde gedaan”. En een andere Franse schrijver, Léon Bloy, heeft ons deze indrukwekkende zin nagelaten: “Er is slechts een droefheid, (…) die dat we geen heiligen zijn”. Moge de Geest van de verrezen Jezus ons helpen de droefheid met heiligheid te overwinnen.

Terug naar overzicht